Wanneer myofunctionele therapie?
Wanneer er sprake is van een verstoord evenwicht van de mond- en aangezichtsspieren of van een disfunctioneel slikpatroon, kan er sprake zijn van een of meer van de onderstaande verschijnselen:
– mondademen;
– ongewenste stand van tanden, kiezen of kaken;
– (gedeeltelijk) terugkeren van via orthodontische of kaakcorrigerende behandelingen ‘verholpen’ afwijkingen;
– duimzuigen, vingerzuigen, speenzuigen etc. waar eigenlijk niet van af te komen is;
– indien er bij een volwassen cliënt duidelijke problemen zijn bij het op zijn plaats blijven zitten van een overigens perfect vervaardigde gebitsprothese;
– indien er sprake is van “slappe” lipspanning;
– indien er sprake is van een smal en hoog verhemelte;
– bij spraakmoeilijkheden, bv. lispelen of slissen;
– bij moeilijkheden met slikken of eten;
– indien er sprake is van een verkeerde tongpositie in rust (bv. lage tongligging in rust);
– bij kaakgewrichtsklachten.