Veelgestelde vragen

Inhoudsopgave

Wat is het verschil met klieven tussen een schaar, een laser en elektrotoom

Een laser in de tandheelkunde is een instrument dat (elektromagnetische) straling uitzendt. Na absorptie in weefsels wordt het effect van deze straling merkbaar en werkzaam. De klinische keuze voor een lasertype is afhankelijk van het doel dat men wil bereiken. Om bijvoorbeeld bloedingen te stoppen worden coagulatielasers gebruikt. Geheel anders werken lasers zijn waterlasers, die via het aanstralen van water, behandeltechnieken mogelijk maken. Lasers geven een gecontroleerde diepte van de snede en een regelbare mate van bloeding.
Een elektrotoom is een chirurgisch instrument om elektrochirurgie mee uit te voeren. (Zie veelgestelde vraag: wat is een elektrotoom?)
Lasertherapie laat geen significant verschil zien ten opzichte van elektrochirurgie voor de behandeling van soft tissue management in de tandheelkunde met betrekking tot weefselschade, wondgenezing, napijn, bloeding en weefseldoorgankelijkheid.

Een schaar wordt door veel behandelaars gebruikt. Het is een snijdend instrument en haalt het weefsel niet weg. Het maakt het los. Ook vindt er geen coagulatie plaats met een schaar.

De keuze is dus aan de behandelaar voor het gebruik van een chirurgisch instrument.

Wat is een elektrotoom?

Een elektrotoom is een chirurgisch instrument om elektrochirurgie mee uit te voeren. Het apparaat bestaat uit twee elektrodes en een patiëntplaat. Door tussen de twee elektrodes een hoog voltage te laten lopen, kan dit als een chirurgisch mes worden gebruikt.

Er zijn twee standen mogelijk: een snijdende stand en een coagulerende stand. De snijdende stand maakt de aanhechting van het weefsel los. Op de coagulerende stand wordt de wond meteen ‘dicht gebrand’. Door coagulatie van weefsel worden bloedvaten gesloten, de bloeding komt tot stilstand. Dit leidt tot betere wondgenezing en daardoor minder kans op infectie.

De voordelen van elektrochirurgie zijn:

    • incisie zonder mechanische kracht;
    • hemostase tijdens snijden;
    • reductie van bloedverlies en infecties (ten opzichte van knippen/snijden).